Wie bestuurt de stad en wat betekent dit voor de horeca?
De Rotterdamse horeca staat bekend om zijn rauwe randje: geen franje, gewoon goed eten en drinken voor een eerlijke prijs. Toch wordt het straatbeeld steeds meer bepaald door een handvol groepen die meerdere zaken beheren. Dit zijn de horecabazen die zich ontpoppen tot tycoons – ondernemers met een portfolio van restaurants, cafés en clubs waardoor ze de sfeer in de stad mede vormgeven. Wie zijn zij, wat bezitten ze en wat zegt dit over de toekomst van de Rotterdamse horeca?
Hell’s Kitchen Horeca Groep – het imperium van Herman Hell
Herman Hell begon in 2001 met de Hell’s Kitchen Horeca Groep (HKHG) en bouwde de afgelopen twintig jaar een indrukwekkend netwerk op. De groep werd onlangs onderscheiden met de Rotterdamse Ondernemersprijs, wat illustreert hoe dominant HKHG inmiddels is. Onder zijn vlag vallen uiteenlopende zaken, van bruine kroegen tot luxere restaurants en clubs. Op de website van HKHG staan dertien locaties in en rond Rotterdam opgesomd: Zalmhuis, Nieuw Rotterdams Café (NRC), Grace, Sijf, Grand Café Loos, Wester Paviljoen, Café Van Zanten, Het Wapen, Bellevue Bar Bistro, Het Hart van Vlaardingen, Ayla, The Grit, NRC Club en Sugo (bron: hellskitchen.nl).
HKHG blinkt uit in schaal en diversiteit. Met klassiekers als Loos en Sijf houdt Hell het erfgoed van de stad levend; met nieuwe concepten zoals Grace laat hij zien dat Rotterdam internationale allure kan hebben. Toch is de kritiek niet mals: een groot horecaconcern dreigt de stad te uniformeren. De uitdaging voor Hell is om karakter te blijven bewaren – op de menukaart én in het personeelsbeleid.
RW Horeca Groep – Robèr Willemsen, de man van Melief Bender
Robèr Willemsen maakte bijna vijftien jaar carrière bij Heineken en schopte het tot regiodirecteur Zuid-Holland. Daarna gooide hij het roer om en kocht hij Café Melief Bender, een iconisch Rotterdams café. Onder de naam RW Horeca Groep bouwde hij dit uit tot een keten met tien horecazaken in Rotterdam en omgeving. Iedere zaak heeft volgens hem een eigen karakter en gastbeleving. Veel details blijven achter een betaalmuur, maar het is duidelijk dat Willemsen een flinke speler is geworden. Zijn portfolio is minder bekend dan dat van Herman Hell, maar zijn invloed op de cafécultuur in de stad is groot – en Melief Bender blijft een begrip.
Dudok Horeca Groep – van één brasserie naar twaalf locaties
Wie Rotterdam zegt, zegt Dudok appeltaart. De Dudok Horeca Groep begon ruim dertig jaar geleden met één café-brasserie aan de Meent. Inmiddels is het uitgegroeid tot een groep met twaalf locaties verspreid over Rotterdam, Den Haag, Arnhem en Amsterdam, plus een eigen bakkerij in Barendrecht. Dudok is actief in catering, banqueting en patisserie; hun taarten liggen zelfs in de supermarkt (bron: oneteam.io).
Dudok bewijst dat schaalvergroting niet per se leidt tot verlies van identiteit. Het concept draait om toegankelijke brasseries met klassieke gerechten en een open sfeer. Toch klinkt ook hier de roep om vernieuwing: blijft de formule actueel in een tijd waarin gasten op zoek zijn naar beleving? De stap naar een eigen app en digitale communicatie, zoals de groep zelf communiceert, laat zien dat Dudok moderniseert.
Struisenburg Horeca – Marcel Maan en de renaissance van het Stadhuisplein
Rotterdamse horecaondernemer Marcel Maan (bekend van Cornelis en Café ’t Fust) geeft met zijn Struisenburg Horeca een nieuw gezicht aan het Stadhuisplein. Hij herintroduceert iconen als Café ’t Fust en Coconuts en lanceert het all‑day‑restobarconcept Beau. Op #RotterdamCentrum wordt Beau omschreven als een stijlvolle restobar die het plein weer tot bruisend ontmoetingspunt maakt. Struisenburg werkt samen met het ontwerpbureau Too Many Agencies om Parijse grandeur met Rotterdamse nuchterheid te combineren (bron: foodclicks.nl).
Maan is ambitieus: naast Beau en de vernieuwde cafés plant hij nog een vierde concept. Zijn strategie is duidelijk – het bekende plein moet weer een hotspot worden. Dat biedt kansen voor de stad, maar ook risico’s: als één groep het hele plein beheert, verdwijnt misschien de diversiteit waarvoor Rotterdam bekendstaat.
De Beren – van eetcafé op de Noordsingel naar nationale keten
Hoewel De Beren tegenwoordig een landelijke formule is, begon het in 1984 als een klein eetcafé op de Noordsingel in Rotterdam. Wat ooit een laagdrempelige eetgelegenheid was, is uitgegroeid tot een professionele keten met restaurants en bezorglocaties in heel Nederland. De Beren staat bekend om burgers, saté en ribs, en hun hoofdkantoor staat nog steeds in Rotterdam. Dat maakt de keten een van de oudste horecabedrijven van de stad. Het succes illustreert hoe een Rotterdamse onderneming landelijk kan uitwaaieren – al is de sfeer niet meer zo uniek als vroeger.
Restaurant Company Europe (RCE) – landelijk zwaargewicht met Rotterdamse vestigingen
Voor de volledigheid is er nog Restaurant Company Europe (RCE). In 2020 fuseerden de restaurantgroepen Loetje en Debuut tot RCE, waardoor het in één klap de grootste horecagroep van Nederland werd. Onder RCE vallen concepten als Loetje, Happy Italy en Beers & Barrels. Het bedrijf heeft ruim 75 horecazaken en wil Happy Italy en Loetje uitbreiden naar zo’n 100 restaurants, ook in België en Duitsland. In Rotterdam vind je onder andere Loetje aan de Maas en meerdere vestigingen van Happy Italy. RCE is geen typisch Rotterdamse speler, maar de groei van deze keten beïnvloedt wel het concurrentieveld.
Is dit goed voor Rotterdam?
De toename van horecagroepen roept gemengde gevoelens op. Aan de ene kant zorgen zij voor professionaliteit, werkgelegenheid en innovatie. Hell’s Kitchen investeert bijvoorbeeld in luxere concepten, Struisenburg knapt een verloederd plein op en Dudok digitaliseert de interne communicatie. Aan de andere kant dreigt homogenisering: dezelfde gerechtjes, dezelfde muziek, dezelfde inrichting. De charme van Rotterdam schuilt juist in de mix van ruige cafés, hippe bars en verrassende eetplekken.
Een kritische noot is ook het ondernemersklimaat. Wanneer grond en panden steeds vaker eigendom worden van grote groepen, wordt het voor kleine starters moeilijker om een plek te vinden. Tegelijkertijd geven de tycoons aan dat schaal nodig is om te overleven in tijden van personeelstekorten, hogere kosten en veranderende regelgeving. De vraag is hoe je in zo’n klimaat voldoende ruimte houdt voor eigenzinnige initiatieven.
Vooruitblik en advies
Rotterdam is constant in beweging, en de horeca vormt daarop geen uitzondering. De komende jaren openen er nog talloze nieuwe zaken, van smashburgerbars tot Mediterraanse restobars. Onze tip als ervaringsdeskundige: blijf kritisch, maar ook nieuwsgierig. Ga eens langs bij een nieuw concept van een grote groep en vergelijk het met een klein, onafhankelijk restaurant om de verschillen te proeven.
Voor de horecagroepen geldt: investeer niet alleen in expansie, maar ook in kwaliteit, diversiteit en (Nederlandssprekend) personeel. Voorkom dat elk concept voelt als een kopie. Voor de stad geldt: bied ruimte aan zowel tycoons als jonge ondernemers. Zo blijft Rotterdam de stad waar iedereen kan genieten van een eerlijk biertje, een verrassend gerecht en – wie weet – de volgende horecatycoon in de dop.
